Energiepunten en energiepoorten

Energiepunten worden in de Traditionele Chinese Medicijnleer (TCM) ook wel acupunctuur punten genoemd.
Ze hebben een soort trechtervorm en lopen van een groter punt aan de oppervlakte van het lichaam uit tot een smaller punt in het lichaam.

Net als meridianen zijn er een bijna ontelbaar aantal energiepunten in het lichaam aanwezig.
Op de meridianen en vaten liggen diverse energiepunten, die de Qi-stroom in en uit de meridianen mogelijk maken.
Deze worden in TCM genummerd. Sommige energiepunten zijn direct verbonden met meerdere vaten en meridianen.

Ook aan de oppervlakte van het lichaam zijn er energiepunten aanwezig. Energiepunten die aan de oppervlakte van het lichaam liggen, kunnen interne en externe Qi opnemen en afgeven en worden daarom ook vaak als poorten gezien en zo benoemd. Er bevinden zich zo’n 360 hoofdpoorten in het lichaam. Hieronder een impressie van veel gebruikte energiepunten in Qigong:

Huiyin: Yin ontmoetingspunt, perineum
Bai Hui: Hemelpoort, hoogste punt hoofd voor de kruin
Yin Tang: Zegelhal, tussen de wenkbrauwen
Da Zhui: Grote hamer, op de grote (7e) nekwervel
Qi Hu: Adempoort, kuiltje onder sleutelbeen, in 1 lijn met tepel
Yu Zhen: Jadekussen, onder ‘bult’ op achterhoofd (begin van de nek)
Shen Men: Poort van de geest, pink kant binnenste polsplooi
Da Bao: Grote verdeler, handbreedte onder de oksels tussen 6e en 7e rib
Shen Zhu: Lichaamszuil, tussen 3e en 4e borstwervel bovenrug
Ming Men: Levenspoort, tussen 2 en 3e lendewervel onderrug (t.o. de navel)
Zhong Kui: Oproerkraaier, binnenkant middelvinger op 2e kootje
Lao Gong: Paleis van de arbeid, in handpalm waar middel- en ringvinger raken
Yong Quan: Sprankelende bron, achter de bal van de voetzool